Net als vele avant-gardekunstenaars voelde Servranckx zich aangetrokken tot zowel de beeldende als de toegepaste kunsten. Van 1917 tot 1925 werkte hij in de Usines Peters-Lacroix, een behangpapierfabriek nabij Brussel. Als hoofdtekenaar ontwierp hij er figuratieve behangpapieren met gestileerde bloemen- en dierenmotieven. Aan het seriewerk van het behangpapier werd telkens een nummer en een jaartal toegekend. Het is een methode die hij later ook toepaste op zijn schilderijen en beeldhouwwerken. Naar analogie met het seriewerk van de fabriek kregen zijn werken meestal ook slechts een Opus-nummer en een jaartal. Elk jaar herbegon hij het nummeren, net als bij behangpapier.