Dit monumentale drieluik van hofschilder Barend (of Bernard) van Orley met centraal een Calvarie was bestemd voor het hoofdaltaar van de grafkerk van opdrachtgeefster Margareta van Oostenrijk en Philibert II van Savoye Margaretas overleden derde echtgenoot. De kerk bevindt zich in Brou (Bourgondië). Margareta van Parma besloot echter dat het werk in het kader van de oprichting van een mausoleum voor Karel de Stoute in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk moest worden geplaatst. Het bevindt zich daar nog steeds bij de grafmonumenten van Karel de Stoute en diens dochter Maria van Bourgondië de moeder van Margareta van Oostenrijk. Het werk is door zijn centrale plaats in de kerk van onmisbare waarde voor het collectieve geheugen.